Zonneputje min

Gedicht 1

Het water

Lokt de bermen tot groen.

De wind groeit wilde bloemen

In een kleurrijk bed.

 

Vogels flirten

Met hun spiegelbeeld

Vrijheid proevend

In de echo van hun lied

 

De stilte van de visser

Geeft rust aan de wandelaar

Het water baart vreugde

In zomer en winter

 

Gedicht 2

 Wordt wazig

 

wilgen waaien

op de vlakte

geen vogel

te bespeuren

enkel bloemen

en hun geuren

je wordt wazig

met de dag

 

Gedicht 3

 

Wat ik voor je voel…

moeilijk te beschrijven.

Maar het staat vast

De goden hebben hier geplast

Zonneput je mag blijven

 

Gedicht 4

 

Hier kijk je de reiger recht in de ogen
langs de glooiende waterkant,
hier zetten hitsige brandnetels
jouw ontblote kuiten in brand.
Hier kan je ongegeneerd zitten dromen
in 50 tinten groen,
hier word je onhardhandig gedwongen niets te doen,
hier vind je zwoele verkoeling op een hete zomerdag,
hier verjaag je de hardnekkigste muizenissen
op een plenzende regendag.
Hier worden de prachtigste pirouettes geschaatst
in bittere kou,
hier wordt hartstochtelijk gefluisterd:
“Ik hou van jou”.
Hier kan je ongestoord genieten,
hier wordt zonder doel gekuierd,
hier wordt nog echt gekeuveld
en ongejaagd geluierd.
Geen oortjes nodig,
hier zorgt een vogelkoor voor muziek,
geen mottige memes of fletse filmpjes,
hooguit een naar lucht happende bliek.
Hier vind je een rustend paard
in een verdoken schuilhutje,
hier vind je de zon
gevangen in een putje.

 

Gedicht 5

 

Liefde tussen eenheid

misschien omdat we er nooit
op hebben gelet hoe liefde is
wanneer ze aanwezig waakt
tussen jouw en mijn lichaam

misschien hoeven we ons niet
af te vragen of we hard genoeg
hebben bemind, mijn liefste,
als haar stilte goddelijk klinkt

misschien wil ik enkel delen
omdat ik ondeelbaar ben in u
terwijl ik hier eeuwig ver kijk
en een traan onze dorst lest

misschien bent u altijd bij mij
zoals ik steeds in u herleef

 

Gedicht 6

 

In een vijverpoel

gouden gedroom

Viel een eikenblad

uit een stille boom…

 

Het water trok

Rimpelend samen

alsof het dacht

Aan heel mooie namen…

 

Een vogel floot

Zachtjes door het groen,

Alsof hij zeggen wilde…

O Zonneput, gij wonderlijk mooie

vijversloot.

 

Gedicht 7

 

De mooie dag is om

De zon zakt zachtjes weg

Met warme ondefinieerbare kleur

En verdwijnt voorlopig

 

De schittering van de zonneput

verdwijnt langzaam in de avond

Het water roerloos stil

Een plots geplets, een rimpeling

 

Een muggenhappende vis

Daarna terug een stilte die me vangt.

Morgenvroeg

komt die warme kleurige zon terug

 

de dag verwarmen

en kleurig verlichten.

Alweer

Voor een tijdje schitterende Zonneput.